Willemarijn Schrijft: Wie was ik dan?

Ik was zeven jaar toen ik mijn eerste verhaal schreef. Tenminste, een verhaal dat langer was dan één blaadje. Zittend aan de keukentafel schreef ik schriftpagina’s vol. Mijn personages? Drie miniknuffels: een schildpad en twee walrusjes, mijn nieuwste aanwinsten dankzij een actie van de plaatselijke supermarkt. Tijdens het schrijven ging mijn hoofd vaak sneller dan de pen die ik krampachtig vasthield. Als ik terugkijk zie ik aan de bibberige letters dat het in een periode was dat ik vincristine kreeg, een chemo die veel invloed had op mijn motoriek. Ik zie ook de spelling. Hoe ik de nog maar pas geleerde spellingregels de ene keer netjes toepas en ze op andere momenten, in het vuur van mijn verhaal, weer helemaal vergeet.

Schrijven hoort bij mij. Net als mijn liefde voor het onderwijs, tekenen, lezen, en nog heel veel andere dingen die ik doe. Toch weet ik dat mijn leven er compleet anders uit zou hebben gezien als dat meisje daar aan tafel niet kort daarvoor de diagnose kinderkanker had gehad; mijn ziekte heeft zoveel beïnvloed. En ik heb zoveel gemist. Daarover kniezen heeft geen zin, maar toch vraag ik me soms af: wie zou ik zijn, als ik niet ziek was geweest? Het is een vraag waar nog heel veel vragen bij horen. Wat voor werk zou ik doen? Welke vrienden zou ik hebben? Zou ik een bijbaan hebben gehad? Ik stel ze nooit hardop, bang voor de reacties. Maar vandaag doe ik dat wel.

Op de fiets naar school

Van sommige dingen heb ik wel een vermoeden hoe het zou zijn geweest. Zonder leukemie was ik naar dezelfde middelbare school gegaan als mijn broer en zus en bijna alle anderen in mijn omgeving. Ik was elke dag samen met anderen naar school gefietst, de brug over, twaalf kilometer heen en terug. Ik zou meteen naar de havo zijn gegaan, die ik waarschijnlijk netjes in vijf jaar gedaan had. Ik was in die jaren niet steeds van klas geswitcht, hooguit een keer als ik halverwege toch gekozen had om vwo te gaan doen. Mijn perfectionisme had me flink in de weg gezeten, maar daar had ik vast goede hulp voor gehad, want mijn omgeving zag dat ook. In de bovenbouw zou ik hebben gekozen voor het profiel Cultuur en Maatschappij en alle exacte vakken had ik absoluut geschrapt, evenals economie. Na het vo had ik waarschijnlijk gekozen voor de pabo, want dat was al jarenlang mijn droom.

Wie zou ik zijn, als ik niet ziek was geweest? Het is een vraag waar nog heel veel vragen bij horen. Wat voor werk zou ik doen? Welke vrienden zou ik hebben? Zou ik een bijbaan hebben gehad? Ik stel ze nooit hardop, bang voor de reacties. Maar vandaag doe ik dat wel.

De realiteit

Zo had het kunnen zijn, maar de realiteit was anders. Mijn tijd op het vo begon middenin mijn tweede behandeling. Ik ging niet naar de school van mijn broer en zus, maar naar een kleinere school iets verder weg die erom bekend stond goede leerlingenzorg te hebben. Vanuit mijn woonplaats reed er al een taxi naartoe, dus ook wat vervoer betreft was deze school een goede optie. Ik had een hoge Cito-score, maar begon op de mavo, zodat school mij niet te veel energie zou kosten. Na een half jaar ging ik alsnog naar de havo. Later mocht ik naar het vwo, maar omdat mijn perfectionisme me behoorlijk in de weg zat, besloot ik dat niet te doen. En dat was maar goed ook, want kort na die keuze werd ik voor de derde keer ziek. Ik miste zoveel tijd op school dat ik bleef zitten en het derde jaar opnieuw moest doen. Na dat jaar besloot ik te stoppen met de havo, de bovenbouw zou te zwaar worden. In vier jaar tijd had ik in maar liefst vier verschillende klassen gezeten.

Vol goede moed begon ik aan de opleiding onderwijsassistent, met het voornemen daarna alsnog de pabo te doen. Tijdens de opleiding kreeg ik echter meerdere keren een recidief. Ik miste veel tijd en liep een jaar vertraging op. Naar de pabo gaan is er nooit van gekomen.

Had ik…?

Tot dit punt ken ik de route. Heb ik een idee hoe het zou zijn geweest en waar het verschilt met de realiteit. Maar dan komen de vragen. Zou ik vrienden hebben gemaakt in de fietsgroepjes en op school? Had ik tijdens mijn opleiding meer aansluiting gehad met klasgenoten als ik minder serieus en wat meer onbezorgd was geweest? Had ik dezelfde vrienden gehad of andere, waren de vriendschappen van vroeger misschien blijven bestaan? Had ik de pabo afgemaakt, of had ik halverwege ontdekt dat het toch niet bij me paste? Had ik mijn rijbewijs gehaald of was dat evengoed niet gelukt? Had ik dan nu fulltime gewerkt en inmiddels op mezelf gewoond, met een huurcontract of hypotheek? Had ik een grenzeloze energie gehad of moest ik op mijn grenzen letten? Hoe anders was mijn karakter geweest? Ik was anders geweest, want tegenslag vormt je, maar hoe precies?

Heimwee

Kun je heimwee hebben naar iets dat nooit is geweest? Ik denk dat ik dat soms heb. Want hoewel ik het nooit zal weten, is het best waarschijnlijk dat mijn leven makkelijker, voller, onbezorgder was geweest. Soms wilde ik dat er een duidelijk ‘voor’ en ‘na’ was, dat ik niet pas zeven was. Dan wist ik beter wat ‘echt van mij’ en wat ‘bagage’ is en wat ik heb gemist. Nu niet. Of dat erg is? Ik leef, geniet en sla me erdoorheen, en altijd met de stellige overtuiging dat ik niet mijn ziekte ben. Maar soms stel ik mezelf in gedachten toch de vraag: als ik niet ziek was geworden, wie was ik dan?

Willemarijn

Willemarijn kreeg op haar zevende leukemie en vijf keer een recidief, waarvoor ze is behandeld. Via haar blogs deelt ze haar ervaringen, om te laten zien waar ze nu staat en anderen herkenning en hoop te geven. 


Wil jij over bovenstaand thema van gedachten wisselen? Neem dan contact op met VOX, survivornetwerk van Vereniging Kinderkanker Nederland, via vox@kinderkankernederland.nl of bel naar 030 - 242 29 44.

 

Steun ons werk

  • Ouders, kinderen, jongeren en
    survivors blijven steunen
  • Werken aan betere zorg en nazorg
  • Kinderen steunen met de Kanjerketting

 

Ontvang als eerste handige tips en informatie

  • Op de hoogte van acties
  • Ontvang het laatste nieuws