Wij staan voor je klaar

Erfelijke aanleg

Bij ongeveer 10% van de kinderen met kanker speelt genetische aanleg een rol. Je wordt dan geboren met een afwijking in het erfelijk materiaal (DNA) in alle lichaamscellen.
Omdat de afwijking al bij de geboorte in alle cellen zit, is de kans dat je kanker krijgt groter. Bovendien is dat vaak op jongere leeftijd. Bij erfelijke aanleg komt kanker vaker voor binnen een familie. Het familieverhaal helpt dan om erfelijke aanleg op het spoor te komen.

  • Steun en informatie

  • Ervaringen delen

  • Belangenbehartiging

Erfelijke aanleg bij kinderen

Kinderen zijn vaak de eerste in de familie met de erfelijke afwijking. Dan is de mutatie nieuw ontstaan in de zaad- of eicel waaruit het kind geboren is of erft het kind bij toeval een verandering in het gen van zijn gezonde vader én gezonde moeder. Het familieverhaal biedt dan geen aanknopingspunten en het is daardoor lastig erfelijke kanker te herkennen.

Er zijn andere dingen die kunnen wijzen op erfelijke kinderkanker. Een fout vanaf de bevruchting in het DNA kan de ontwikkeling van het embryo verstoren. Kinderen met kanker blijken iets vaker aangeboren afwijkingen en subtiele uiterlijke kenmerken te hebben dan kinderen die geen kanker krijgen. Daar zal een kinderoncoloog extra op letten.

Waarom genetisch onderzoek?

Enkele vormen van kinderkanker, zoals Wilms-tumor en retinoblastoom, zijn altijd aanleiding voor genetisch onderzoek omdat bekend is dat hierbij erfelijkheid een grotere rol speelt. Een genetische diagnose kan verder van belang zijn voor de keuze van behandeling, bijv. of bij een stamceltransplantatie wel gekozen moet worden voor een verwante donor. Door de erfelijke aanleg kan er na genezing opnieuw kanker ontstaan. Bij de LATER-controles kan men dan hierop extra alert zijn. Ten slotte wordt de groep mensen die genezen is van kinderkanker steeds groter. Een deel van hen krijgt zelf kinderen en kan vragen hebben over het risico voor hun kinderen.

Tip

Erfelijke aanleg voor kinderkanker is zeldzaam. Heb je twijfels of vragen, bespreek het met je behandelend arts.