Christiaan schrijft: Een gek geschenk

In het Volkskrant Magazine van zaterdag 14 mei jl. stond een interview met Arnon Grunberg, die voor zijn werk de P.C. Hooftprijs heeft gewonnen. Hij vertelde onder andere over de band met zijn moeder en hoe het oorlogsverleden daarin meespeelde. En over woordgrapjes rond de Jodenvervolging die langskomen in contact met zijn eigen jonge kinderen, zoals: “Je gaat op transport!” “Ik denk dat als je kinderen te veel ontziet, dat uiteindelijk niet leidt tot weerbaarheid en geluk, maar tot een vorm van weeïgheid en verzwakking”, voegde hij daaraan toe. Ik verstarde een moment en dacht: “Dat je mooie boeken kunt schrijven, sluit blijkbaar niet uit dat je ook heel domme dingen kunt zeggen…”

Kleine mensen die ze ‘kinderen’ noemen

Die gedachte gaat niet over Grunberg, maar over mij natuurlijk. Ik ken die kramp en frustratie van me: we weten zóveel en steeds meer over de ontwikkeling van mensen in hun eerste levensjaren. De manier waarop we als kind gezien en aangeraakt worden, ons veilig weten en de wereld kunnen ontdekken, heeft gevolgen voor de ontwikkeling van onze hersenen, ons lijf en ons leven. Die kennis dringt met horten en stoten door in de manier waarop we verzorgen, opvoeden en onderwijzen. Hoewel de kennis er is, blijven wij als volwassenen de kleine mensen die we ‘kinderen’ noemen, vanuit de beste intenties, behandelen op een manier die soms niet bijdraagt aan wat ze zo graag willen bereiken: kinderen die opgroeien tot gezonde en gelukkige mensen die oog hebben voor anderen, zelf verstandige keuzes kunnen maken en veerkrachtig om kunnen gaan met tegenslagen.

Vermogen om kinderen te ontzien

Behalve in de media zie ik dit ook terug op plaatsen waar ouders hun kinderen aanmoedigen, zoals aan de rand van het zwembad. Ik herinner me hoe ik, drie weken na de diagnose Acute Lymfatische leukemie (ALL) van Dorje, weer met hem naar zwemles ging. 

Terwijl de kleintjes van vier en vijf jaar door het water plonsden, hoorde ik andere ouders tegen elkaar praten over hun kinderen: 
“Ze zit weer eens niet op te letten, het is een dromer!” 
“Dan die van mij – LUI dat ‘ie is… een schop onder zijn kont moet ‘ie hebben.”
Of er werden pogingen gedaan om door het glas heen bij te dragen aan het leerproces:
“Lui-ste-ren!”
“Dóórgaan!”
Ik schrok hiervan.
Wat ís dat toch, dat onvermogen om je kind te ontzien, en een eigen weg te laten ontdekken? dacht ik, om te kunnen accepteren dat er is, wat er is? Ik zat daar vooral blij en ontroerd te zijn dat Dorje er überhaupt nog was. Vol ontzag voor de onverstoorbaarheid waarmee dat bleke lijfje de draad oppakte van een leven dat voor mij even ernstig ontspoord leek. 

Tot diep in mijn vezels heb ik leren voelen hoe onzeker en kostbaar de tijd is die we samen hebben. Dat maakt het soms makkelijker voor me om hem onvoorwaardelijk te steunen. En hem te ontzien. Zonder dat ik bang ben dat ik daarmee bijdraag aan zijn ‘weeïgheid en verzwakking’.
Misschien is dat, gek gezegd, een geschenk dat ouders met doodzieke kinderen ongevraagd krijgen: het vermogen om hun kinderen te ontzien. De uitnodiging om met een gerust hart ruimte te geven, omdat je weet dat er genoeg uitdaging is. In iedere levensfase. 

Misschien is dat, gek gezegd, een geschenk dat ouders met doodzieke kinderen ongevraagd krijgen: het vermogen om hun kinderen te ontzien.

Nieuwe levensfase  

Pasgeleden mocht Dorje afzwemmen, zeven jaar nadat hij begon met zwemles. Twee keer leukemie en een stamceltransplantatie later. En een nieuwe levensfase dient zich aan: de middelbare school! Toen Dorje hoorde dat hij ingeloot was op de school die hem zo leuk leek, glimlachte zijn gezicht van oor tot oor. 
“…en wil je ook dat we aan je mentor vertellen van jouw leukemie?” vroeg ik hem. 
Hij dacht even na en zei toen: “Ik denk het niet. Ik wil daar niet stoer over doen.”
Hij hoeft niet ontzien te worden, daarover is hij het denk ik met Arnon Grunberg eens. Maar dan om andere redenen. 

Christiaan Zandt blogt over zijn ervaringen als vader van Dorje (11) die in oktober 2015 en in 2020 werd gediagnosticeerd met Acute Lymfatische Leukemie. Hij herstelt momenteel probleemloos van een stamceltransplantatie. Christiaan woont met zijn vrouw Petra, Dorje en Alan (13) op het Groninger platteland, onder de wilde luchten van het Lauwersmeergebied. 

Steun ons werk

  • Ouders, kinderen, jongeren en
    survivors blijven steunen
  • Werken aan betere zorg en nazorg
  • Kinderen steunen met de Kanjerketting

 

Ontvang als eerste handige tips en informatie

  • Op de hoogte van acties
  • Ontvang het laatste nieuws