- Ouders, kinderen, jongeren en
survivors blijven steunen
Christiaan Schrijft: Positiviteit
“Ja,” zei hij, “ik snap dat ook niet aan die haters. Dat ze er energie in steken om iets positiefs af te zeiken…”
Dat was ik met hem eens.

Ken je dat, dat een kind zijn of haar naam eer aan doet?
De oude Romeinen wisten het al: nomen est omen, de naam is een voorteken.
12 jaar geleden kozen wij een Tibetaanse naam voor onze zoon: Dorje. Het betekent zoiets als edelsteen, diamant, bliksem. En daarmee ook de ondoordringbare kracht van diamant, en ook wijsheid. Die kracht hebben we geregeld gezien in de afgelopen jaren. Op allerlei momenten. En grinnikend wenste ik nog wel eens dat we een naam hadden gekozen die zoiets betekende als ‘muurbloempje’. Dorje is geregeld bereid om te knokken voor zijn zaak. Meestal wordt dat geprikkeld door situaties waarin iets niet rechtvaardig lijkt voor hem.
“Weet je wat mij leuk lijkt?” zei hij laatst op een avond.
Ik keek hem verrast en nieuwsgierig aan. “Nou?”
“Het Pieterpad lopen!”
En een paar weken later vertrokken we. Lopend vanuit huis naar de bus, om een deel van het Pieterpad op te pikken op 10 kilometer van ons huis. Op avontuur op een van de eerste warme dagen van het jaar.
We waren nog geen 200 meter van ons huis of een eend vloog verschrikt op uit een sloot. Een stuk verderop lagen ingewanden van een dier languit over de weg. En zo reeg onze weg zich van allerlei kleine opmerkelijkheden aaneen. We namen ons voor om die te onthouden en dan aan het eind van de dag op te schrijven.
Vlak voor Garnwerd zagen we in de verte een kleurige parasol in het weiland staan. Twee meisjes bleken een kraampje ingericht te hebben met allerlei lekkere dingen zoals zelfgebakken muffins, een plakje Knols koek uit Groningen, een Snickers. In grote letters hadden ze op een bord geschreven dat de opbrengst naar vluchtelingen zouden gaan.
“Komen er veel mensen langs?” vroegen we. En: “Zijn de mensen een beetje aardig?” Waarop een van de meisjes vertelde dat er best veel mensen langs kwamen. En dat er gisteren iemand was geweest die had gezegd: “Wat voor troep verkopen jullie allemaal?”
Dorje en ik mopperden onze verontwaardiging, en kozen zelfgebakken koekjes.
“Je mag zelf weten wat je ervoor betaalt.” zeiden de meiden.
Dorje greep zijn portemonnee en pakte er zonder aarzelen twee munten van een euro uit. Hij keek me nog even aan, haalde zijn schouders op, pakte nog een derde munt en gaf ze alle drie aan de meisjes.
Verderop in het veld mopperden we nog wat na tegen elkaar. Ik meer dan hij, geloof ik.
“Dat is toch onvoorstelbaar, dat je zoiets zegt tegen die meisjes?”
“Ja,” zei hij, “ik snap dat ook niet aan die haters. Dat ze er energie in steken om iets positiefs af te zeiken…”
Dat was ik met hem eens.
“Ik heb op YouTube wel eens een reactie geplaatst toen iemand begon te schelden met ‘kanker’,” vervolgde hij. “Dat dat niet leuk is. En dat ik het kon weten omdat ik het gehad had. En verder heb ik er niet meer op gereageerd.”
“Wow,” zei ik.
Ontroerd door die terugkerende moed om te staan voor iets.
Christiaan Zandt blogt over zijn ervaringen als vader van Dorje (11) die in oktober 2015 en in 2020 werd gediagnosticeerd met Acute Lymfatische Leukemie. Hij herstelt momenteel probleemloos van een stamceltransplantatie.