Christiaan Schrijft: Meer volgen, minder sturen

Hoe is het als vader van een kind dat kanker had? Hoe wist je wat je moest doen? Hoe ging je ermee om toen het er was, en hoe ga je ermee om, nu het weg lijkt? Ik vind het lastige vragen merk ik en kan er alleen in ieder moment opnieuw iets zinnigs over zeggen. En dan nog weet ik niet hoe andere vaders dat doen. 

Afgelopen week stond ik op een vroege ochtend pap te koken in de keuken. Ik hoefde niet vroeg de deur uit, en houd ervan om rond half zeven met de jongens op te staan terwijl zij hun ontbijt maken, brood smeren, tas inpakken en zich klaarmaken om naar school te gaan.
Dorje gaat sinds een paar weken niet meer met de bus naar school, maar met de fiets. Een uur en tien minuten. En die dag was het druilerig weer. 

Plotselinge ontmoeting 

Als hij de keuken in komt zie ik al aan zijn gezicht dat het geen lichte ochtend voor hem is. We bewegen ongemerkt naar elkaar toe en eindigen in een lange, stille knuffel. Het is alsof hij zich even oplaadt in ons contact. En dan, na een halve minuut, weken we weer los van elkaar en gaan we ieder door met onze dingen. Lichter, lijkt het. Ik vier in stilte de plotselinge ontmoeting zonder woorden. Ik ben blij dat ik niet even zo vol zat met zorgen over mezelf of over hem, zodat ik dat moment om zeep hielp met een snel advies (‘misschien even je regenbroek aan?’), of een ongevraagde geruststelling die meer over mij zegt dan over hem (‘je zult zien dat het allemaal wel meevalt’). 

Volgen

Steeds weer kan ik me verwonderen over de ontmoetingen en gebeurtenissen die ontstaan als ik meer kan volgen wat zich aandient, en iets minder stuur. Als ik terugkijk op de momenten die de afgelopen jaren zo intens waren, komt in me op: we deden in het moment wat we konden met wie en wat beschikbaar was. 

Als ik terugkijk op de momenten die de afgelopen jaren zo intens waren, komt in me op: we deden in het moment wat we konden met wie en wat beschikbaar was. 

Een Russisch verhaal

Het doet me denken aan een verhaal dat ik eens hoorde of las. Een Russisch verhaal. Ik houd van Rusland, al vanaf het eerste moment dat ik er kwam. Dat was 35 jaar geleden, als jongen van 14 jaar. Als jongeling van 24 reisde ik door Siberië op zoek naar oude documenten die iets konden vertellen over Nederlanders die eeuwen geleden in Russische dienst werkten. Ik probeerde verhalen te ontdekken, en fladderde, zo zie ik nu, dromerig van het ene in het andere avontuur. Het verhaal waaraan ik nu denk, gaat als volgt:

Over een van de tsaren die gekweld werd door vragen en ergens in een uithoek van het Russische rijk belandde. Hij zocht er een boer die, zo was hem verteld, misschien het antwoord wist op de vragen die hem al maanden uit zijn slaap hielden: Wat moet ik doen? Met wie moet ik dat doen? En wanneer moet ik het doen? 

Alle knappe koppen van het land had hij ondervraagd, maar niemand kon een antwoord geven. De laatste aan wie hij zijn worsteling voorlegde, mompelde nog iets over die boer, ver weg. En dus stond de tsaar na een lange reis op het land van de boer, en zei: “Beste man, ik heb me laten vertellen dat jij een antwoord hebt op drie belangrijke vragen die me al tijden kwellen: “Wat moet ik doen?”, “met wie moet ik het doen?” en “wanneer moet ik het doen?” De boer gaf geen antwoord. Hij zuchtte eens diep en ging door met ploegen. Dat was de tsaar natuurlijk niet gewend. Kwaad mopperde hij: “Weet je wel wie tegen je spreekt? Ik ben de tsaar!” Maar ook dit maakte geen indruk op de boer, die doorging met zijn werk. Het bloed van de tsaar, die tot op het bot gefrustreerd raakte, begon te koken. Hij maakte aanstalten om de boer uit te foeteren toen plotseling, precies op het moment dat hij inademde, een zwaargewonde man het veld op wankelde. Voor de ploeg viel hij neer. 

De boer keek naar de man en zei tegen de tsaar: “Help mij deze gewonde naar mijn hut te dragen”. “Ik zal je helpen”, stamelde de tsaar, “maar geef je me dan antwoord op mijn vragen?””Dat komt later,” zei de boer, en samen brachten ze de man naar de hut en verbonden zijn wonden. En nadat de gewonde man in slaap was gevallen, vroeg de tsaar: “Zeg je me het nu?” “Je kunt naar huis,” zei de boer, “je hebt de antwoorden op je vragen: Wat moet ik doen? Wat op mijn weg komt. Met wie moet ik het doen? Met degenen, die aanwezig zijn. Wanneer moet ik het doen? Op het moment dat het zich voordoet.”

Vertrouwen en helderheid

Ik prijs me gelukkig dat we Dorje tijdens zijn ziek zijn vooral hebben kunnen volgen. Omdat hij zelf kon aangeven wat hij nodig had en omdat we ruimte maakten om daarnaar te luisteren. Om dan samen te bepalen wat nodig is, en wie. Ook nu, nu we weer terecht zijn gekomen in een ‘later’, geeft dat iets van vertrouwen. Iets van het vertrouwen en de helderheid van die Russische boer.

Christiaan

Christiaan Zandt blogt over zijn ervaringen als vader van Dorje (11) die in oktober 2015 en in 2020 werd gediagnosticeerd met Acute Lymfatische Leukemie. Hij herstelt momenteel probleemloos van een stamceltransplantatie. 

 

Steun ons werk

  • Ouders, kinderen, jongeren en
    survivors blijven steunen
  • Werken aan betere zorg en nazorg
  • Kinderen steunen met de Kanjerketting

 

Ontvang als eerste handige tips en informatie

  • Op de hoogte van acties
  • Ontvang het laatste nieuws