- Ouders, kinderen, jongeren en
survivors blijven steunen
Vrijwilligers aan het woord: de werkgroep onderwijs
Vereniging Kinderkanker Nederland kan niet bestaan zonder haar vele vrijwilligers. In ’Vrijwilliger aan het woord’ stellen wij onze vrijwilligers voor en vertellen zij waarom zij zich inzetten voor de vereniging. In deze editie: de werkgroep onderwijs. De werkgroep bestaat uit ouders Geertje Rombout, Gerda Arends - Vogely, survivors Charlotte de Haan en Sharena Pijnenburg en consulenten van de OZL (Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen) Daan en Annechien die werkzaam zijn binnen de educatieve voorziening van het Prinses Máxima Centrum. De werkgroep houdt zich onder andere bezig met de inhoud van het lesmateriaal dat vanuit de vereniging digitaal en fysiek wordt aangeboden aan leerkrachten in zowel het basis- als in het voortgezet onderwijs om uitleg te geven in de klas wat er aan de hand is met de zieke leerling. Ook is er bij ons een digitaal lespakket over schelden met kanker aan te vragen.
Gerda Arends - Vogely
‘Na het overlijden van mijn dochter Nicoline in 2008, kwam ik in aanraking met de Vereniging Kinderkanker Nederland. Ik heb een achtergrond in de zorg en het onderwijs als docent verpleegkunde. Omdat het volgen van onderwijs op de middelbare school een grote uitdaging was voor mijn dochter heb ik, een aantal jaren later, gesolliciteerd op de vacature voor de werkgroep. Wekelijks heb ik contact met leerkrachten die een leskoffer aanvragen en regel ik alle informatieve en logistieke werkzaamheden daaromheen. Zij komen in de onwerkelijke wereld van kinderkanker en schrikken van wat hun leerling ondergaat en wat daar de gevolgen van kunnen zijn. Het geeft me positieve energie om op deze manier bij te dragen aan het welbevinden en het schoolproces van de zieke leerling, brussen en het gezin. Verder coördineer ik het nakijken van de leskoffers en denk ik als werkgroeplid mee met het vernieuwen en up-to-date houden van het fysieke en digitale lesmateriaal. Ook willen we in de toekomst als werkgroep (informatief) materiaal samenstellen voor leidsters van peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties voor kinderen jonger dan vier jaar.’
Charlotte de Haan
‘Op 15-jarige leeftijd kreeg ik leukemie, dit was een lang traject. Ik ben al lange tijd betrokken bij de verenging en sinds kort maak ik onderdeel uit van de werkgroep onderwijs. Zelf heb ik bijna 25 jaar in het speciaal onderwijs gewerkt (met blinden en slechtziende kinderen) en sinds twee jaar werk ik als leraar-ondersteuner in het basisonderwijs. Het mooie van vrijwilliger zijn bij de onderwijswerkgroep vind ik, dat ik zowel mijn professionele als mijn persoonlijke ervaring hier goed kan inzetten. Zelf heb ik erg weinig aan school kunnen doen in de tijd dat ik ziek was, tevens mijn examenjaar, waardoor ik geen volwaardig diploma voor het voorgezet onderwijs heb kunnen behalen. Ik heb heel hard moeten werken aan deelcertificaten om naar het MBO te kunnen gaan. Op mijn toenmalige school was er veel onwetendheid en onduidelijkheid bij mijn mentoren, docenten, klas en schoolgenoten. Ze probeerden mij wel zo goed als het kon te blijven betrekken bij de klas, maar wisten niet goed hoe dat vorm te geven. Hoewel ik in het begin veel bezoek, post en lieve reacties kreeg, werd dit logischerwijs snel minder. Ook was er veel onbegrip bij schoolgenoten. Door onwetendheid werd ik vaak door hen uitgescholden. Hierdoor voelde ik mij erg eenzaam. Daarom vind ik het zo fijn dat hier nu veel meer aandacht voor is én dat er leskoffers bestaan! Het is zo waardevol dat de scholen, leerkrachten, klasgenoten, maar vooral het zieke kind hier veel aan kan hebben. Ondanks dat ik nog maar net ben begonnen, voelt het nu al heel waardevol dat ik deel uitmaak van deze werkgroep en kijk ik er erg naar uit om hier nog veel voor te mogen doen!’
Sharena Pijnenburg
‘Vanaf mijn zestiende ben ik vrijwilliger bij de Vereniging Kinderkanker Nederland. Ik ben gestart als maatje. Toen het maatjesprogramma qua leeftijd niet helemaal passend meer was, ben ik bij de werkgroep onderwijs terecht gekomen. Zelf was ik inmiddels afgestudeerd aan de PABO en de combinatie met het onderwijs en mijn eigen achtergrond als survivor maakt dat ik hierin weer iets nieuws kan betekenen binnen de vereniging. In de eerste instantie stapte ik in een werkgroep die al heel wat materiaal had ontwikkeld met de fysieke leskoffers. Later kwamen daar de digitale leskoffers bij. Ik vind het heel fijn om wat te kunnen betekenen voor zowel de vereniging als de mensen die onze vereniging vinden. Dit doe ik dan ook graag door bijvoorbeeld met de leskoffer naar symposia te gaan. Daar ontstaan vaak mooie gesprekken en kan ik soms wat betekenen voor iemand door te laten zien wat we als werkgroep doen en wat er beschikbaar is. Ik vind het leuk om bezig te zijn met het lesmateriaal dat we uitlenen, zowel fysiek als digitaal. En om steeds te blijven kijken of het nog passend is en welke nieuwe ontwikkelingen we toe kunnen voegen. Daarnaast vind ik het leuk om bij de verschillende activiteiten en symposia mensen te ontmoeten en met elkaar te verbinden.’
Geertje Rombout
‘Vijf jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met de vereniging. Onze zoon werd toen ziek en werd opgenomen in het Wilhelmina kinderziekenhuis. Als een van de eersten verhuisde hij naar het Prinses Máxima Centrum. In eerste instantie wilde ik niks met de vereniging te maken hebben en voelde weerstand. Met andere woorden; deze ziekte mogen kinderen niet krijgen.. Helaas hebben wij dit niet voor het zeggen... Na een tijdje werd mij steeds duidelijker wat een waardevolle bijdrage de vereniging levert als je het hebt over begeleiding en ondersteuning. Daar wilde ik als moeder, werkzaam in het onderwijs, mijn steentje aan bijdragen. De laatste jaren ben ik binnen de werkgroep voornamelijk bezig met de inhoud van het digitale lesmateriaal. En in samenwerking met de Educatieve Voorziening van het Máxima geven wij voorlichting over onderwijs en zieke leerlingen bij samenwerkingsverbanden en Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen. School maakt een groot deel uit van het leven van kinderen. Het is belangrijk dat ouders en onderwijsprofessionals weten waar ze terecht kunnen voor informatie en op ondersteuning kunnen rekenen. Zo heeft de Kanjerketting ervoor gezorgd dat wij de klasgenootjes van onze zoon en dochter (zus) op de hoogte konden houden van hoe het met hem ging. Het gaat goed met onze zoon en daar zijn wij enorm dankbaar voor.'