Weerstand

Door de ziekte en de behandeling kan de weerstand van je kind – tijdelijk – verminderd zijn. Lees hier meer over hygiëne, voeding, school en vrije tijd. 

  • Steun en informatie

  • Ervaringen delen

  • Belangenbehartiging

Algemene hygiëne

In het ziekenhuis gelden vrij strenge regels maar thuis is gewone hygiëne voldoende. Dat betekent goed handen wassen en mensen met een besmettelijke ziekte uit de weg gaan. Zorg ook voor een goede mondverzorging en voorkom daarmee blaasjes en wondjes. Je kunt je kind gewoon blijven knuffelen. En huisdieren en planten hoeven niet weg.

Voeding

Je kind mag in principe alles eten, met uitzondering van:

  • (deels) rauw vlees of vleeswaren
  • (deels) rauwe vis
  • schimmelkaas, zachte of rauwmelkse kaas (smeerkaas mag wel)
  • softijs

Let bij je boodschappen op versheid, kwaliteit en de uiterste consumptiedatum (te gebruiken tot). Berg beperkt houdbare etenswaren meteen op in de koelkast. Bij het bereiden van eten zijn normale hygiënische maatregelen voldoende, dus goed handen wassen en dagelijks een schone vaatdoek.

School en kinderopvang
Je kind mag gewoon naar school of kinderopvang. Dat is juist goed voor zijn ontwikkeling en contacten met vriendjes. Geef wel belangrijke informatie over de ziekte van je kind door aan school. Bekijk samen hoe je snel te weten komt of er ziektes heersen zodat je tijdig maatregelen kunt nemen.

Vrije tijd
Als je kind zich goed voelt, mag het heel veel dingen doen. Er zijn wel enkele beperkingen en we hebben belangrijke tips.

Buiten zijn
Bescherm je kind tegen direct zonlicht door het lange mouwen en een pet of muts te laten dragen en het goed in te smeren met een hoge factor antizonnebrandmiddel (>30).

Sporten
Als je kind zich fit genoeg voelt, mag het elke sport doen. Bij weinig bloedplaatjes, kan het beter contactsporten vermijden. Als je kind een VIT lijn heeft, gelden er speciale regels. Die vind je in de folder die je krijgt van de verpleegkundig specialist.

Zwemmen
Zwemmen in (tropische) zwembaden, zee, rivieren of meren is toegestaan, ook als je kind een VIT heeft die niet is aangeprikt. Warme bubbelbaden worden afgeraden.
• Zwemmen mag niet als je kind een infuus, lijn (Hickman, Broviac, PICC) heeft of een aangeprikte VIT.

Uitstapjes
Je kind mag gewoon meedoen met activiteiten en uitjes. Het mag ook naar toeristische attracties en de kinderboerderij. Laat het daarna wel goed handen wassen.

Alleen als je kind weinig witte bloedcellen heeft, moet het drukke, openbare, slecht geventileerde ruimtes en druk openbaar vervoer mijden. Na een hersenoperatie zijn er soms nog beperkingen; die hoor je van het behandelteam.

Vakantie
Kies een vakantiebestemming in een land met goede en goed bereikbare medische voorzieningen. Je behandelend arts kan je een brief meegeven met de belangrijkste informatie over de ziekte en behandeling van je kind. Het is eventueel mogelijk dat je voor controle en/of het geven van medicijnen naar een ziekenhuis dichtbij je vakantieadres gaat. Je kind mag met het vliegtuig. Na sommige radioactieve onderzoeken of behandelingen is een ‘vliegbrief’ nodig. Na een hersenoperatie zijn er soms nog beperkingen; die hoor je van het behandelteam.

Inentingen
Tijdens chemotherapie mag je kind niet worden ingeënt met een levend vaccin. Het kan dan ernstig ziek worden en het is bovendien niet zeker of je kind voldoende antistoffen zal maken. Na het stoppen van de chemotherapie kan, in overleg met de arts, het inenten weer worden hervat.