Lysette schrijft - Altijd een bikkel

Al scrollend door social media kom ik een video tegen van een jongen die op de atletiekbaan aan het hardlopen is. Door zijn korte broek is zijn prothese duidelijk zichtbaar. Zijn blade zet hij af tegen de harde grond en hij trekt een sprint. Ineens vliegt zijn prothese uit en hij valt met een harde smak op de grond. Mijn hart krimpt in elkaar. Verderop probeert een meisje ver te springen op diezelfde atletiekbaan. Haar prothese en blade zijn ook weer duidelijk zichtbaar. Ze springt niet zover als ze wil en baalt zichtbaar. Ze probeert het opnieuw en struikelt over haar eigen benen. Weer een steek in mijn hart. Ze vloekt en moppert omdat het (nog) niet gelukt is.

De aftiteling verschijnt; ‘dit zijn doorzetters, ze gaan niet bij de pakken neerzitten na hun amputatie en gaan net zo lang door tot ze op olympisch niveau kunnen presteren. Deze mensen hebben zoveel overwonnen, het zijn kampioenen, het zijn bikkels, het zijn krachtige persoonlijkheden die zich door niemand laten tegenhouden. Neem een voorbeeld aan hen.’ Ik leg mijn telefoon weg en onwillekeurig begint mijn brein te denken.

Ik denk na terwijl ik op de bank mijn kopje thee zit te drinken. Is dat nou echt zo? Ben je een doorzetter als je met je prothese op de atletiekbaan staat en koste wat kost door wilt rammen terwijl je prothese de andere kant op vliegt? Of heb je misschien moeite met accepteren dat je ‘anders’ bent? Wil je koste wat kost laten zien dat je er ‘nog steeds toe doet’ op deze manier? Dat je nog steeds als een ‘normale’ tweebenige kunt en wilt functioneren? Ben je meer bikkel als je met been over de atletiekbaan vliegt als wanneer je op de bank zit met je beenprothese en tevreden een boekje leest? Nee toch? Of wel? Mijn vader zei na mijn amputatie (omkeerplastiek) altijd; “Jij kunt nog steeds alles wat een ander ook kan”.

En dus ging ik de eerste jaren gewoon weer tennissen, meedoen met gymles op school, etc. Maar dat gaf me zoveel teleurstelling want het ging nooit zoals bij een ander. Ik kon met tennis niet meer rennen, dus mistte elke keer net die scherpe bal, of werd met gymles op school niet meer gekozen in een team, want; ‘aan haar heb je niks’ etc. etc. Dat deed pijn. Tóch ging ik krampachtig door want ik kon immers net zoveel als een ander? Tóch? Ook ik ben over mijn eigen benen gestruikeld en heb extreme dingen gedaan, waaronder elke week op en neer naar Assen om motorrijlessen te volgen op een aangepaste motor.

Altijd bewijzen dat ik écht alles kon wat een ‘gewoon’ persoon zonder beenprothese ook kon.

De laatste tien jaar gaat alles steeds moeilijker doordat mijn omkeerplastiek wat begint te haperen en mijn hart- en nierfalen steeds meer in de weg gaan zitten. Ik raakte overspannen en kreeg een burn out en depressieve episodes. Ik ging van 36 uur werken naar 20 uur want ik kón niet meer. Ik was kapot en mijn lichaam was op. Ik heb jarenlang mijn lichaam voor de gek gehouden om maar net te doen alsof er niks aan de  hand was. Alsof ik gezond was. Ineens was de koek op. Ik was niet meer zoals een ander gezond persoon en het werd onderhand eens tijd om daar naar te gaan leven.

Dus pap; ik kan niet alles zoals een ander dat kan en dat is ook oké. Het geeft niet. Ik vind het alleen jammer dat het zo lang duurde voordat ik dat doorhad. Ik hoef mezelf niet te bewijzen op een atletiekbaan met mijn prothese, want heel eerlijk gezegd had ik daar met twee benen ook niet gaan staan. Als je als kind kanker krijgt dan word je daardoor gevormd. Daar hoef je niks voor te doen, dat gaat vanzelf. En die ervaring alleen al maakt je een bikkel, een kampioen. Maar ook jij als vader, moeder, broer of zus van een kind met kanker; jij bent ook een kampioen. En ook al sta je niet op de atletiekbaan of heb je alleen maar stoïcijns in het ziekenhuis naar het plafond liggen staren tussen de kotssessies door. En ook jouw kind of jouw broer of zus die kanker kreeg en het helaas niet heeft mogen redden is een enorme bikkel en een kampioen.

Bij kanker is er nooit maar dan ook nooit een verliezer. De behandeling ondergaan, al het verdriet, de operaties, eventueel een amputatie, transplantaties, het verliezen van je haar. Het maakt ons ALLEMAAL bikkels. En krachtige persoonlijkheden. En kampioenen. En die mensen op de atletiekbaan zijn misschien nog niet zover dat acceptatie een optie voor hen kan zijn? Of wel, dan zijn het ‘gewoon’ geboren sporters en heb ik gewoon een hekel aan sporten en kan nu mijn beenprothese als excuus gebruiken - grapje-! Anyway, dat is óók oké.

Doe wat goed voelt voor jou en niet omdat een ander, of de maatschappij het van je verwacht. 

Liefs, Lysette

Steun ons werk

  • Ouders, kinderen, jongeren en
    survivors blijven steunen
  • Werken aan betere zorg en nazorg
  • Kinderen steunen met de Kanjerketting

 

Ontvang als eerste handige tips en informatie

  • Op de hoogte van acties
  • Ontvang het laatste nieuws